17 juni 1946:

Barry Manilow (Barry Alan Perkins) wordt geboren in Brooklyn (New York). Manilow wordt in 1972 begeleider van Bette Midler en produceert later haar eerste twee albums. Hij schrijft en zingt jingles voor Dr. Pepper, Pepsi en McDonalds voor hij zijn eerste single “Mandy”, een million-selling song uitgeeft.

 

 

17 juni 1963:

Billboard pop hit nummer 1 is “Sukiyaki” van Kyu Sakamoto. Deze is de enige hit in de Japanse taal die de eerste plaats op de Billboard haalt.

 

 

17 juni 1972:

Billboard pop hit nummer 1 is “The Candy Man” van Sammy Davis Jr. De grootste hit uit Sammy Davis’ carrière is de song die wordt gebracht in de film “Willy Wonka and the Chocolate Factory”.

 

 

17 juni 1995:

Rod Stewart vestigt een record in het Wembley Stadion in London: zijn concert trekt 90.000 bezoekers, terwijl het “Live Aid” concert van 1985 72.000 belangstellenden op de been bracht.

 

 

17 juni 1998:

R&B-zangeres Jody Watley maakt bekend dat haar verteld is door “krachten” die kennelijk binnen de gelederen van Atlantic Records opereren, dat, hoewel zij van plan zijn haar album “Flowers” buiten de V.S. uit te geven, de platenmaatschappij het project  niet in de V.S. lanceren. Watley zegt geen verklaring te krijgen wanneer zij van de beslissing op de hoogte wordt gesteld.

 

 

17 juni 1999:

De eerste reis van Geri Halliwell in de hoedanigheid van goodwill ambassadrice van de United Nations Population Fund (UNPF) wordt een flop. Halliwell wordt achtervolgd door controverse tijdens een drie dagen durende trip op de uitermate katholieke Filippijnse archipel, waar zij het accent legt op anticonceptie. Monseigneur Pedro Quitorio, woordvoerder van de bisschoppenconferentie van de Filippijnen, vergelijkt de opdracht van de VN inzake het zenden van Halliwell naar een katholiek land met het “zenden van Salman Rushdie als goodwill ambassadeur naar een Moslimland”.