Het wetsvoorstel waarin pensioen wordt geregeld voor ministers uit de militaire periode, is zo goed als rond. Aan de finale versie wordt nog even gesleuteld nadat de ministerraad er reeds twee keer over heen ging. De laatste behandeling is meer een formaliteit en moet voor kerst er doorheen zijn. Het is dan tijd voor behandeling in het de staatsraad en dan het parlement.

Tussen 1980 en 1987 zijn ruim honderd ministers geïnstalleerd. Zij kwamen niet in aanmerking voor een pensioen. De burgerregeringen van na 1987 voerden wetgeving waarin pensioen voor de zogenaamde revoministers (ministers van de revolutie, red.) werd uitgesloten. Slechts ministers komen in aanmerking die zijn benoemd ‘als resultaat van verkiezingen.’