James Comey, de voormalige baas van de Amerikaanse federale politie FBI, twijfelt er niet aan dat de Russen zich hebben bemoeid met de presidentsverkiezingen van 2016. Dat stelt hij donderdag tijdens een hoorzitting van de inlichtingencommissie van de Amerikaanse Senaat. Volgens Comey vond de eerste cyber-inmening van de Russen plaats in de zomer van 2015. “Ik heb hier met de vorige regering (Obama) over gesproken. De regering moest kiezen hoe ze zouden reageren.” Comey stelt donderdag dat Trump hem meermaals heeft laten weten dat hij vond dat Comey zijn werk goed deed. Dat hij moest opstappen omdat het een puinhoop was bij de dienst, noemt hij een “leugen”. “Het spijt me dat onze mensen dat moesten horen.” Woensdag bleek al uit de openingsverklaring van Comey, die toen al online was gezet, dat Trump druk uitoefende op het onderzoek naar de bemoeienis van de Russen. Comey stelt negen keer een een-op-een gesprek te hebben gehad met de president. Trump zou hebben gezegd: “Ik heb trouwe mensen nodig en ik verwacht loyaliteit”. Donderdag voegt Comey hieraan toe dat Trump hem niet persoonlijk vroeg het Rusland-onderzoek te stoppen. Comey werd begin mei ontslagen als baas van de FBI omdat hij incorrecte uitspraken zou hebben gedaan over het onderzoek naar de e-mailaffaire rondom de Democratische Hillary Clinton. Later bleek dat Comey een onderzoek naar het campagneteam van Trump te zijn gestart vanwege de vermeende inmening van de Russen.
Een speciale rol is hierin weggelegd voor Trumps voormalige veiligheidsadviseur Michael Flynn, die meerdere keren contact zou hebben gehad met Russische diplomaten. De uitkomst van de hoorzitting kan grote gevolgen hebben voor het nu 139 dagen durende presidentschap van Trump. Zowel vanuit de democraten als de republikeinen is steeds meer kritiek te horen over de lopende gang van zaken.