De seriemoordenaar András Pandy is gisteravond op 86-jarige leeftijd overleden in de gevangenis van het Belgische Brugge. Pandy werd in 2002 veroordeeld tot levenslang wegens moord op zes van zijn naaste familieleden en seksueel misbruik. De zaak tegen de dominee van Hongaarse afkomst gold als de meest geruchtmakende na de ‘affaire-Dutroux’.

András Pandy was schuldig aan zesvoudige moord eind jaren tachtig op z’n vrouw, ex-vrouw en kinderen en aan seksueel misbruik. De lijken werden in stukken gezaagd en deels opgelost in een zeer krachtig ontstoppingsmiddel. Pandy werd samen met zijn dochter Agnes berecht, die onder zware druk meehielp met vijf van de moorden. In 2002 besloot de rechter dat de psychologische terreur, misbruik en de ‘weinig hoogstaande opvoeding’ als verzachtende omstandigheden golden.

Ook had Agnes in 1992 het seksueel misbruik door Pandy van z’n kinderen gemeld, maar dat onderzoek leverde toen niets op. Pas in 1997, toen onder invloed van de Dutroux-zaak andere verdwijningsdossiers opnieuw werden onderzocht, volgde de arrestatie van de twee. András Pandy zou met de moorden hebben willen voorkomen dat zijn seksueel misbruik bekend werd. Pandy heeft zijn daden altijd ontkend.