Rusland en Syrië zeggen dat chemische wapens Idlib van rebellen waren

Het Syrische leger en bondgenoot Rusland zeggen dat de chemische wapens die gisteren vermoedelijk zijn ingezet tegen inwoners het stadje Khan Sheikhoun in de provincie Idlib, afkomstig waren van de rebellen. Bij de aanval kwamen 72 mensen om het leven.

De Verenigde Staten en Frankrijk stellen dat de aanval met chemische wapens werd uitgevoerd door het leger van de Syrische president Bashar al-Assad. Rusland ontkent de eigen betrokkenheid, maar zegt dat Syrische gevechtsvliegtuigen verantwoordelijk zijn voor het bombardement op Khan Sheikhoun. Daarbij zou een chemisch wapendepot van de rebellen zijn geraakt en kwam giftig gas vrij. Syrië schuift de verantwoordelijkheid volledig af op de rebellen. Volgens Rusland werden dezelfde chemische wapens vorig jaar ingezet door de rebellen. Vandaag begint in Brussel, België, een internationale top over Syrië. ”Dit is het moment van de waarheid”, zei secretaris-generaal Antonio Guterres van de VN. De aanval toont volgens Guterres eens te meer de noodzaak aan om einde aan de oorlog te maken. De VN-topman riep de internationale gemeenschap op haar verantwoordelijkheid te nemen en een einde te maken aan het “vreselijke” lijden van Syriërs. Hij riep op tot meer geld en steun voor vluchtelingen in en buiten Syrië.

Het Syrische Observatorium voor Mensenrechten meldt dat vanmorgen opnieuw luchtaanvallen zijn uitgevoerd bij Khan Sheikhoun. Het is niet bekend welke partij dat doet.