Het Ministerie van Buitenlandse Zaken was gisteren het schietschijf in De Nationale Assemblee. Tijdens de behandeling van de Overeenkomst in zake Handel en Economische Samenwerking tussen de Republiek Suriname en de Republiek Turkije, hebben zowel oppositie als coalitie scherpe kanttekeningen geplaatst bij het beleid dat de afgelopen jaren op het departement is gevoerd op dit stuk. Volgens parlementariër André Misiekaba heeft de staat geen ministerie van Buitenlandse Zaken voor de vorm of als sierpaard. Er moet harder getrokken moeten worden om investeringen aan te trekken. Het niet kunnen invullen van tientallen beurzen ziet de NDP-fractieleider in het parlement als een diplomatieke blunder:
NDP-parlementariër André Misiekaba, voorzitter van de commissie van rapporteurs, tijdens de vergadering over de handelsovereenkomst tussen Suriname en Turkije. Hij pleit voor meer slagvaardigheid en efficiëntie op het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De oppositie heeft ook flink kritiek geleverd op het buitenlandbeleid. Zo hamerde assembleelid Chandrikapersad Santokhi van de VHP op het gebrek aan informatie rond de aankoop van de ambassadepand in Parijs, Frankrijk. Volgens Santokhi slechts één voorbeeld van de vele dubieuze en absurde vormen van verspilling op de buitenposten, die binnen de sfeer van een economische crisis meer dan ongepast zijn.