Het ministerie van OW verduidelijkt dat de rechter in het dispuut met de Vuilophalers niet is ingegaan op de eis tot uitbetaling van additionele vergoeding voor werkzaamheden verricht in de avonduren. De rechter achtte zich volgens OW niet bevoegd hierover uitspraak te doen, aangezien de eis niet was toegevoegd bij het kortgeding van vuilophalers. Dit zou moeten gebeuren in een addtionele vordering. OW heeft zich bereid verklaart op korte termijn met alle 24 contrectanten een calculatie te plegen over de eventuele meerkosten voor de avondvuilophaal, los van een eventueel aanvullende vordering door de acht verzoekers.
Ten aanzien van betalingen welke achterstallig zouden zijn, heeft het ministerie kunnen aantonen dat de declaraties die tot nog toe zijn ingediend door de aannemers, reeds intern zijn behandeld en zijn doorgeleid naar het ministerie van Financien voor betaalbaarstelling. De leiding van het ministerie van Openbare Werken blijft intussen in continu overleg met het ministerie van Financiën omtrent de voortgang van de verwerking van de declaraties, en wordt de rechter ook hiervan op de hoogte gehouden.
Ten aanzien van de eis om uitbetaald te worden over de periode waarin geen werkzaamheden zijn verricht, heeft de rechter geadviseerd dat partijen trachten ook daarover onderling overeenstemming te bereiken.
Op 2 januari 2014 dient aan de rechter gerapporteerd te worden wat de resultaten zijn van de gesprekken welke het ministerie en de individuele aannemers in de tussentijd zullen voeren. Indien partijen uiteindelijk geen overeenstemming mochten bereiken, zal de rechter overgaan tot het uitspreken van een vonnis.