Pas als de Nederlandse regering de uitspraak van oud-minister Maxime Verhagen (CDA) terugneemt dat Desi Bouterse niet in Nederland welkom is, kan de relatie met Suriname weer normaal worden. Dat zeggen de Surinaamse diplomaten Michel Kerpens en Arnold Halfhide. Zij zijn naaste medewerkers van de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken, Winston Lackin. Dat Nederland via het stationeren van zaakgelastigde Ernst Noorman op de ambassade in Paramaribo een toenaderingspoging doet, is voor Suriname nu minder belangrijk. De uitspraak van Verhagen in 2010 heeft de Surinaamse samenleving ”onaangenaam’’ gestemd over Nederland. Ook de ‘zoveelste’ opschorting van de ontwikkelingssamenwerking, nadat het Surinaamse parlement in april 2012 de amnestiewet had aangenomen, heeft oude wonden opengereten. ”Hiermee toonde Nederland weer aan geen respect te hebben voor de soevereiniteit van Suriname en zijn volksvertegenwoordigende organen”, zegt Kerpens. De ”respectloze” manier waarop Nederland volgens de diplomaten met Suriname omgaat, zit behoorlijk diep. Het koloniale verleden dat de landen hebben, maakt de zaak extra gevoelig, vooral als Nederland ‘strafmaatregelen’ neemt zoals het opschorten van de samenwerking. Die gevoeligheid verklaart ook waarom de toenaderingspoging van Noorman nog niet op veel enthousiasme van Surinaamse kant kan rekenen.