Suriname’s monetaire reserve, die sinds februari een dalende trend vertoont, is in april weer flink aangetrokken. Waren de reserves in maart nog gedaald naar 496 miljoen US$, de afgelopen maand zijn die met 100 miljoen US$ gestegen naar 596 miljoen US$. Suriname’s deviezen en goudvoorraad is hiermee bijna terug op zes maanden importdekking, twee keer de internationale norm. De huidige reserve is volgens de door de Centrale Bank gepubliceerde verkorte balans opgebouwd uit: 421 miljoen US$ Valutareserve, US$ 9 miljoen IMF reserve, US$ 114 miljoen IMF trekkingsrechten, en US$ 52 miljoen goudvoorraad.
Tijdens het VES Economisch debat van woensdag, werd met name op grond van de cijfers van maart, het gevoerde economisch beleid, geleid door coalitiepartij de NDP, flink op de korrel genomen door V7 en Alternatieve Combinatie(AC). Ook het panel van economen, dat de presentaties van de debaters van commentaar voorzag, uitten hun enorme bezorgdheid.
Toen werd door NDP vertegenwoordiger Winston Caldeira ingebracht, dat de monetaire reserves in de eerste plaats door de tegenvallende internationale aardolie- en goudprijzen, waren teruggelopen. De reserves, die volgens Caldeira hoger moeten, zouden binnen een jaar weer aantrekken. Dit op basis van de voorruitzichten die ook door internationale kredietbeoordelaars zijn geprojecteerd. Nu blijkt de nationale spaarpot al in april te zijn aangetrokken.