Meer vluchtelingen in Syrië sinds Russische interventie

In Syrië zijn sinds het begin van de maand zeker 120.000 mensen op de vlucht geslagen in de regio’s Aleppo, Idlib en Hama. Eerder werd nog rekening gehouden met ‘slechts’ 50.000 nieuwe vluchtelingen in dit gebied. De meeste mensen zijn in hun eigen regio gebleven of naar al overvolle kampen getrokken bij de Turkse grens. Ze zijn op de vlucht geslagen voor toegenomen geweld en hebben dringend behoefte aan tenten, eten, drinken en sanitaire voorzieningen, meldt een woordvoerder van VN-organisatie OCHA. De vluchtelingen komen vooral uit de provincie Aleppo, waar het regeringsleger anderhalve week geleden een grondoffensief begon, geholpen door Russische luchtaanvallen. Daarnaast heeft terreurorganisatie Islamitische Staat nieuwe gebieden ingenomen in Aleppo. Rusland is sinds eind vorige maand actief betrokken bij de strijd in Syrië. Russische gevechtsvliegtuigen hebben volgens Moskou sindsdien ruim 800 doelen geraakt. De aanvallen zijn gericht tegen IS en andere tegenstanders van president Assad. Kort nadat het grondoffensief ten zuiden van de stad Aleppo was begonnen, maakte de VN bekend dat er binnen een paar dagen al 35.000 mensen op de vlucht waren geslagen.