Het leger van Myanmar zegt in het land een massagraf ontdekt te hebben met daarin de lichamen van 28 personen, waaronder die van meerdere kinderen. Volgens het leger gaat het om hindoes die bij een overval zijn gedood door rebellen van de moslimminderheid Rohingya. Het massagraf ligt in de deelstaat Rakhine waaruit sinds eind augustus meer dan 430.000 moslims zijn gevlucht naar het buurland Bangladesh. In Myanmar is de grote meerderheid van de bevolking boeddhistisch. De berichten van de vondst van het massagraf zijn niet bevestigd door onafhankelijke bronnen. Het gebied is moeilijk toegankelijk voor journalisten en hulporganisaties. Het leger houdt de moslimrebellengroep ARSA (Arakan Rohingya Salvation Army) verantwoordelijk voor de moorden. ARSA ontkent echter achter de moorden te zitten en zegt geen burgers te doden. De organisatie zegt dat het leger de uitspraken doet om verdeeldheid te zaaien tussen moslims en hindoes in het land. Eind augustus had de ARSA aanvallen uitgevoerd op militaire- en politieposten, die een nieuwe escalatie tot gevolg hadden. Daarna begon het leger een grote actie in het gebied. De Verenigde Naties (VN) spreken over een “etnische zuivering” in het gebied. Behalve moslims zijn ook enkele tienduizenden boeddhisten en hindoes uit Rakhine op de vlucht uit angst voor het geweld.