Politiefunctionaris Robert Rakijo heeft op de rechtszitting van maandag zijn laatste woord gevoerd tegenover kantonrechter Siegline Wijnhard. Hij is uitgebreid ingegaan op de rancune en de persoonlijke aanvallen die tegen hem gericht waren. Volgens Rakijo heeft de korpschef hem uit rancune teruggeroepen naar Paramaribo. Hij heeft benadrukt dat er sprake is geweest van machtsmisbruik. Het gelijkheidsbeginsel is geschaad, vindt hij.
Rakijo zegt in zijn laatste woord dat hij altijd eerlijk en oprecht te werk is gegaan. Hij kreeg een tip binnen en daarna kwamen er instructies van hogerhand. Zijn salaris werd geblokkeerd, de opsporing geschiedde niet fatsoenlijk en hij werd vernederd bij zijn aanhouding. Volgens Rakijo gaat het om een persoonlijke aanval van de korpschef tegen hem.
Rakijo wordt onder andere verdacht van verduistering van boetegelden, uitlokking tot meineed, wederrechtelijke vrijheidsberoving en verduistering van staatseigendom. De strafeis van het Openbaar Ministerie (OM) is twaalf maanden, waarvan elf voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Raadsman Irvin Kanhai die Rakijo juridisch bijstaat, voerde aan dat het OM niets heeft gezegd over de Whatsapp berichten die toen zijn uitgewisseld tussen de verdachte en de toenmalige advocaat-generaal.
Volgens de dagvaarding blijkt dat Rakijo geen garnalen, maar geld zou hebben gestolen. Kanhai vindt dat er geen sprake is van diefstal. Het verkopen van garnalen mocht en de opbrengst moest worden gestort. Het bedrag was niet gestort. De vraag is of er sprake is van verduistering van garnalen of verduistering van het geld. Uit alles blijkt dat het verkopen van garnalen een gangbare praktijk is. De enige conclusie die getrokken kan worden, is dat er geen sprake is van diefstal, maar verduistering. En verduistering en/of diefstal van dertien emmers garnalen vindt geen ondersteuning in het dossier en de feitelijkheden, zegt Kanhai. Op 9 oktober zal er vonnis worden geveld in deze zaak.