De weerstand vanuit delen van de samenleving tegen de kandidatuur van Ronnie Brunswijk voor het ambt van vicepresident, ligt niet aan zijn etniciteit. Daar is DOE-voorzitter Steven Alfaisi van overtuigd. Alfaisi zegt te merken dat de acceptatie en tolerantie jegens Marrons aan het groeien is; ook wat betreft topposities binnen de overheid en de private sector.

Hij stelt zichzelf als voorbeeld:

Brunswijk zelf zei woensdag bij de indiening van de kandidatenlijsten voor president en vicepresident dat de kritiek op zijn kandidaatstelling te maken heeft met zijn achtergrond.

Volgens Alfaisi zou de ABOP-leider een andere verklaring kunnen zoeken als reden voor de weerstand. Hij noemt de vele spraakmakende incidenten rond de persoon Brunswijk bijvoorbeeld.

Steven Alfaisi, voorzitter van de politieke partij DOE. De harde politieke realiteit is dat Brunswijk de kandidaat vicepresident van Suriname is. Een feit waar de gemeenschap niet om heen kan. Indien anders gewild, dan had er anders gestemd moeten worden, stelt Alfaisi.