Het dodental door de zware aardbeving in Mexico dinsdagavond Nederlandse tijd is gestegen naar 273. Hulpdiensten zijn nog altijd bezig met het zoeken naar overlevenden. Dat heeft de coördinator van de reddingsdiensten donderdag bekendgemaakt. Alleen al in Mexico-Stad raakten door de beving, die een kracht had van 7,1 op de schaal van Richter, 1900 mensen gewond. In de hoofdstad stortten door de aardschok meer dan vijftig gebouwen in. De Mexicaanse president Enrique Peña Nieto liet donderdagavond weten dat er mogelijk nog overlevenden liggen onder het puin van tien ingestorte gebouwen in Mexico-Stad. Onder het puin van een ingestorte school bleken donderdag geen levende kinderen meer te vinden. Een marineofficier die met zijn manschappen ter plaatse is om te helpen zei dat er negentien leerlingen en zes andere aanwezigen zijn omgekomen door de natuurramp van dinsdag. Elf kinderen konden worden gered. De reddingswerkers durven niet overal zware machines in te zetten om het puin op te ruimen, uit angst dat ze dan mensen onder het puin pletten. Wel wordt er gebruik gemaakt van bewegingssensoren, hittezoekende apparatuur en honden om mensen te vinden. Negen Midden- en Zuid-Amerikaanse landen hebben direct na de ramp hulp toegezegd. Teams uit Panama en El Salvador zijn al ter plaatse met hulpgoederen om de mensen die hun huis hebben verloren bij te staan en om puin te ruimen. President Peña Nieto heeft drie dagen van nationale rouw afgekondigd om de slachtoffers van de ramp te herdenken.