Het aantal kinderen dat door de islamitische terreurgroep Boko Haram wordt gebruikt voor zelfmoordaanslagen is in een jaar tijd verviervoudigd. Dat meldt de VN-kinderrechtenorganisatie Unicef. Er zijn dit jaar tot nog toe 83 kinderen ingezet als “menselijke bom” in het noordoosten van Nigeria. Het waren vooral meisjes, meestal jonger dan 15 jaar. Volgens Unicef is er zelfs een baby gebruikt als bom. In het noordoosten van Nigeria heerst grote chaos als gevolg van de jarenlange burgeroorlog. Ruim 1,7 miljoen mensen zijn ontheemd en leven in hutjes of in vluchtelingenkampen. Met name meisjes worden ontvoerd door Boko Haram en leven na een gedwongen huwelijk bij de strijders. Ze worden misbruikt, gemanipuleerd en vervolgens ingezet voor bomaanslagen. Kinderen die eenmaal in handen zijn van de terreurorganisatie, kunnen meestal ook niet meer terug naar hun familie. Ze hebben vaak lang doorgebracht bij de rebellengroep, zijn verkracht en hebben soms een baby. Na eindeloze omzwervingen worden ze vervolgens niet, of zeker niet gemakkelijk, door de familie geaccepteerd. De Nigeriaanse regering is al meer dan tien jaar verwikkeld in een bloedige strijd met Boko Haram. De terroristen streven naar een streng islamitische staat. Boko Haram heeft naar schatting 20.000 mensen vermoord in Nigeria en de buurlanden Tsjaad, Niger en Kameroen.