Australisch mijnbouw bedrijf beschuldigd Guyanese regeringsfunctionarissen van eisen smeergelden

Oppositionele politieke partijen en diverse maatschappelijke groeperingen in Suriname’s buurland Guyana blijven aan de bel trekken over vermeende corruptieve handelingen onder leiding van de regerende People’s Progressive Party (PPP). Het feit dat een Australische ontginningsmaatschappij deze maand gewag maakte van het eisen van steekpenningen door verschillende Guyanese staatsfunctionarissen, heeft nog meer olie op het vuur gegooid.

Mijnbouwbedrijf Troy Resources gaf in een verklaring aan dat het op geen enkele wijze smeergeld uitgeeft om zijn goudwinningsactiviteiten op te starten. Er is, volgens de leiding van de multinational, al ruim vijf miljoen USD uitgegeven aan materiaal voor de opzet van de Karouni mijn, in het noordwesten van het land. Onder de regels van het Australisch federaal recht voor bedrijven, waar Troy Resources valt, valt omkoping onder het strafrecht.

Dat kan een ieder in het bedrijf dat hieraan toegeeft op een veroordeling komen te staan, is vanuit het hoofdkantoor van Troy ook naar Guyana toe gecommuniceerd.

Deze verklaring heeft de oppositionele partijen in ons Westelijke buurland meer munitie gegeven om de regering verder onder druk te plaatsen. De oppositie heeft al laten weten dat zodra het Guyanese parlement zich heeft gebogen over een in augustus ingediende motie van wantrouwen, deze kwestie aangekaart zal worden. Dit zou kunnen leiden vervroegde verkiezingen zijn.