De Amerikaanse regering heeft nieuwe economische sancties afgekondigd tegen achttien groepen en personen die goederen of diensten hebben geleverd aan Iran. Ze hebben meegewerkt aan niet-nucleaire wapenprogramma’s van de Iraanse regering. De sancties komen een dag nadat Trump niet bepaald blij akkoord is gegaan met de vaststelling dat Iran meewerkt aan de uitvoering van de nucleaire deal die in 2015 met Iran is gesloten.
De Verenigde Staten, Duitsland, Groot-Brittannië, Frankrijk, China, Rusland en Iran kwamen in april 2015 tot een akkoord over het nucleaire programma. De partijen kwamen overeen dat Teheran een deel van zijn nucleaire activiteiten bevriest in ruil voor verlichting van de economische sancties. De Amerikaanse regering moet het Congres elke drie maanden laten weten of Iran de overeenkomst nog naleeft. De deadline van de termijn liep gisteravond af.
Het is de tweede keer dat Trump in zijn termijn als president, alhoewel met tegenzin de overeenkomst met Iran bevestigt. De sancties houden in dat alle bezittingen in de VS van de aangewezen personen en organisaties worden bevroren en dat Amerikanen geen zaken meer mogen doen met de betrokken mensen en bedrijven. De personen en instanties die worden getroffen door de sancties hebben, volgens de VS, steun geleverd aan het Iraanse leger of de Islamitische Revolutionaire Garde, een elite-eenheid. Andere organisaties worden ervan beschuldigd dat ze hebben geholpen bij de diefstal van softwareprogramma’s uit de VS en andere westerse landen en die hebben verkocht aan de Iraanse regering.