In de afgelopen twee maanden zijn tijdens de protesten tegen de Venezolaanse regering al circa 15.000 personen gewond geraakt. Dat heeft oppositieleider José Manuel Olivares op een persconferentie gezegd. Volgens justitie in het Zuid-Amerikaanse land zijn in dezelfde periode zeker 63 doden gevallen. Olivares beschuldigt de regering-Maduro van het gebruik van buitensporig geweld tegen betogers die het aftreden van de president eisen. Volgens Olivares gooien de ordetroepen onder meer traangasgranaten naar de betogers. Die lopen daardoor brandwonden op hun lichaam op. De protesten tegen de linkse regering van president Nicolás Maduro begonnen in april, omdat de hoogste rechtbank van het land het parlement op een zijspoor had gezet. Die stap werd al snel teruggedraaid, maar de volkswoede werd daarmee niet getemperd. In juli gaan de Venezolanen wel naar de stembus om een nieuw congres te kiezen. In december volgen dan de lokale en regionale verkiezingen voor burgemeesters en gouverneurs. Die verkiezingen stonden eigenlijk al voor 2016 gepland.