Als 2013 werkelijk ergens goed voor was, is het wel het naar buiten brengen van de zwakke plekken van de vakbeweging. Dit stelt Robby Berenstein, voorzitter van Suriname’s grootste en meest invloedrijke vakcentrale, C 47. In de onderhandelingen, maar ook de geschillen met regering en werkgevers is gebleken dat er nog veel te regelen valt. De regering belooft veel, maar zeker voor de arbeider geldt, dat niet al wat blinkt goud is. Zo wordt een sociaal zekerheidsstelsel voor elke Surinamer in het vooruitzicht gesteld, met onder meer een algemeen pensioen. “De overheid probeert de werknemers blij te maken met een dooie mus. Niets is nog geregeld”, zegt Berenstein.
Toch heeft president Desiré Bouterse de invoering al aangekondigd, in elk geval voor de verkiezingen van 2015. Dat moet zijn oude verkiezingsbelofte waarmaken. Maar volgens Berenstein is het nog allemaal nattevingerwerk. Het trieste is dat de vakbeweging er naar kijkt en welhaast niets aan kan doen. Er wordt nauwelijks samengewerkt, terwijl werkgevers een stevige bondgenoot hebben aan de regering. Vicepresident Robert Ameerali is zelf werkgever en dat laat zich merken. In 2013 hadden arbeiders sowieso het nakijken. “De vakbeweging moet de hand in eigen boezem steken. De versplintering leidt tot verzwakking”, aldus Berenstein.